Afval bestaat niet

Afval. Rotzooi. Plastic. Het is overal. We komen er in om. Consumeren betekent verspilling. Tegelijk er wereldwijd sprake is van een groeiend tekort aan grondstoffen. De oplossing ligt in kringloop.

    In de derde editie van de Vooruitkijkspiegel kijken we naar de hoopvolle ontwikkeling van een circulaire economie. Het thema is: de kringloopsamenleving; als je afval geld oplevert. De lezingen worden in deze editie verzorgd door twee sprekers. Gjalt de Jong, hoogleraar duurzaam ondernemen, en John Vernooij, directeur van afvalverwerker Omrin, delen hun visie.

    • Wat kan de gemeente doen om een kringloopsamenleving tot stand te brengen?
    • Wat kunnen we doen tegen verspilling?
    • Wat brengt een circulaire economie allemaal met zich mee?

    Streven naar geluk

    De eerste spreker tijdens het mini-symposium de Vooruitkijkspiegel III, is professor Gjalt de Jong. Hij is hoogleraar duurzaam ondernemen in een circulaire economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Op de Campus Fryslân geeft De Jong leiding aan de afdeling Sustainable Entrepreneurship in a Circular Economy. Eerder werkte hij onder meer als senior management consultant voor KPMG en PricewaterhouseCoopers. Gjalt de Jong De wereld draait om geld. Dat is al eeuwenlang de harde werkelijkheid. Economische groei lijkt de enige drijfveer van de mensheid. Maar dit verandert, betoogt professor Gjalt de Jong. De circulaire economie zet alles op zijn kop.

    Hoe schakelt een prachtige gemeente als Westerkwartier over van economische groei naar duurzaam geluk? Dat ga ik u uitleggen. Maar ik wil eerst kort stilstaan bij het waarom van de circulaire economie. Je hoort er momenteel veel over, maar dit begrip komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ik stel u voor aan een collega, de Engelse hoogleraar Angus Maddison. Hij werkte bij ons aan de economische faculteit. Angus, overleden in 2010, was zijn hele leven bezig met economische groei. Dat ligt voor de hand, want voor economen is groei de heilige graal om welvaart te genereren. Streven naar geluk En dat gaat rücksichtslos: alles staat in het teken van geld verdienen. Zo veel mogelijk, koste wat kost. Angus werkte altijd met een prachtige grafiek. Die begint helemaal in het jaar nul, letterlijk in de tijd van Onze Lieve Heer. Met zijn grafiek was Angus in staat om de rijkdom van economieën, van landen in de wereld, in kaart te brengen.

    Industriële revolutie

    De grafiek van Angus laat zien dat er op de wereld heel lang amper iets gebeurde wat wees op economische groei. Tot het begin van de twintigste eeuw, tot de industriële revolutie. Toen veranderde alles. Het bracht welvaart voor veel landen. De positieve voordelen waren groot: we kregen veel betere gezondheidszorg en onderwijs en in Nederland hebben we natuurlijk ook ons sociaal stelsel weten op te tuigen. Geen wonder dat dit paradigma van economische groei mensen als econoom Angus Maddison zo boeide. Het zit hardnekkig en diep in het DNA van de mensheid. Ik bladerde onlangs nog door het handboek voor de hbo-opleiding bedrijfskunde. Dat boek begint letterlijk met de volgende zin: ‘De enige reden waarom bedrijven bestaan, is om winst te maken en te maximaliseren voor de aandeelhouders’. Wat in deze wetmatigheid altijd onderbelicht bleef, is het prijskaartje dat aan economische groei hangt. Pas de laatste decennia krijgen we aandacht voor dat prijskaartje. Wij wetenschappers brengen het op allerlei manieren in beeld. Door de temperatuurstijging op aarde zichtbaar te maken. Of de stijging van de zeespiegel.

    Of het verdwijnen van diersoorten. Hoe staat het bijvoorbeeld met het verlies van weidevogels in uw gemeente? Het besef in onze Westerse wereld dat de prijs van het economische paradigma ontzettend begint op te lopen, groeit met de dag. We staan op een Titanic. We moeten handelen, anders is de kraan straks niet meer dicht te draaien. Steeds meer mensen zoeken daarom naar een nieuw perspectief. Een perspectief, dat probeert tegenwicht te bieden aan rücksichtslos geld verdienen. Want geluk is niet alleen geld. Geluk in een mensenleven zit bijvoorbeeld ook in de afstand naar goede scholen, goede gezondheidszorg, of een gezonder leefklimaat en leefomgeving.

    Switch

    Dat is een gigantische switch. Want we zijn met z’n allen opgevoed en getraind in economische groei. Dat heeft ons welvaart gebracht. Al is die welvaart nog niet goed verdeeld en gaat het prijskaartje van die welvaart steeds zwaarder wegen. Het nieuwe perspectief waarnaar we op zoek moeten, noemen we het `Bruto Nationaal Geluk’. Of, met een ander woord: circulaire economie. Het stelt de maatschappij voor grote uitdagingen. Want we gaan van de `Donald Trumpmanier van leven’ naar duurzaam geluk.Nu weet ik dat sommige mensen dit maar geneuzel vinden. ,,Dat hadden we in de jaren zeventig ook al, de Club van Rome, het heeft nooit iets opgeleverd.’’

    Schoon

    Ik weerleg dat. Circulaire economie levert juist heel veel op. Het Centraal Planbureau en TNO hebben dat voor ons uitgerekend. De inschatting is dat het voor Nederland zo rond de 50.000 banen zal opleveren en 7 miljard euro omzet. Ook brengt het veel minder import van grondstoffen met zich mee en we kunnen bovendien een veel schoner milieu realiseren. Er is dus een enorme winst te behalen en die winst is nu dus ook kwantificeerbaar. We zijn sinds enkele jaren in staat om aan te tonen dat die circulaire economie gewoon keihard geld oplevert, naast een beter milieu en een zuiniger gebruik van grondstoffen. Welke rol speelt het bedrijfsleven? Ik noem een paar voorbeelden van circulair ondernemen. Van bedrijven die iets proberen te doen aan de levensduur van producten. Neem de Dopper. U drinkt er keer op keer water uit, zonder dat u steeds flesjes koopt uit een automaat. En neem de toenemende populariteit van huurauto’s. Je hoeft niet meer zelf een auto aan te schaffen, maar maakt gebruik van Greenwheels. En voor apparatuur ga je bijvoorbeeld naar Fairphone; reparatie en hergebruik. In Groningen noem ik altijd VanHulley: ondergoed van afgedankt textiel, gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

    Rapporten

    In de provincie Fryslân hebben we onze MKB-bedrijven gevraagd wat ze nu eigenlijk vinden van circulaire economie. De uitkomst was positief. Vrijwel iedereen vindt het een goede ontwikkeling, op een enkele twijfelaar na. Ik durf de stelling aan dat deze conclusie geldt voor het totale MKB in Noord-Nederland. We hebben de ondernemers ook gevraagd welke gevolgen ze verwachten voor hun concurrentiepositie. Waarbij we moeten bedenken dat het begrip circulaire economie in Nederland nog maar een jaar of drie, vier, bestaat. En ook op dit punt zagen we dat bedrijven het enorm belangrijk vinden. Wat kun je nu doen om circulariteit tastbaar te maken?

    Je ziet dat veel bedrijven iemand aanwijzen die verantwoordelijk wordt gemaakt voor circulariteit. Zeker de grotere ondernemingen kunnen daar mooie rapporten over schrijven. Maar we hebben ook vastgesteld dat inmiddels ongeveer een kwart van de bedrijven zich bezighoudt met het maken van producten met een langere levensduur. En een derde van de bedrijven is bezig met het opknappen en repareren van producten. Steeds meer mensen zien het nut van recycling. Dat je afval niet louter meer beschouwt als afval, maar ook als grondstof. En steeds meer bedrijven doen precies wat gezinnen ook doen. Dus ze draaien spaarlampjes in het plafond en zijn in de weer met zonnepanelen. Zo zijn we samen bezig om de eerste stappen te zetten in de circulaire economie. In alle eerlijkheid moet ik erbij vertellen dat we bedrijven ook hebben gevraagd wanneer ze verwachten volledig circulair te zijn. En dan is het antwoord: dat gaat nog heel lang duren. Of: dat gebeurt waarschijnlijk nooit.

    Glas halfvol

    Kortom, naar mijn mening is ‘het glas half vol’. We zijn met z’n allen aan het leren. En dat gaat zoals altijd in verschillende tempo’s, op verschillende niveaus. En natuurlijk zijn er ook mensen die nooit willen leren. Die het gewoon niks interesseert. Circulaire economie gaat bij uitstek over creativiteit, over dynamiek, over vernieuwing, over durven en doen. Maar het gaat vooral ook over wat we op z’n Drents noaberschap noemen en op z’n Fries mienskip.

    In een ontluikende circulaire economie zie je dat bedrijven elkaar weten te vinden en dat burgerinitiatieven elkaar vinden. Zo zou je de maatschappij kunnen vernieuwen. Dorpen en steden, gemeenten en provincies stellen zich samen tot doel dat we deze planeet zo mooi mogelijk willen behouden voor de toekomstige generaties.

    Experiment

    Aan deze gemeente wil ik als suggestie een `gedachtenexperiment’ meegeven: neem het initiatief om een `Circulaire Noaberschap Campus Westerkwartier’ te stichten. Een campus met hardware, die bestaat uit een volledig circulair gebouw. Zulke panden zijn er al. In Friesland hebben we een bouwbedrijf, de sponsor van voetbalclub Cambuur, dat in staat is om volledig circulaire huizen te bouwen. Je zou hier in deze gemeente, met scholieren, met uw gemeenteraad en allerlei andere geledingen, een heel simpel huis kunnen bouwen dat volledig circulair is. Daarmee ben je er nog niet, je hebt ook software nodig. Als gemeente kunt u zelf allerlei circulaire programma’s bedenken voor bedrijven, scholen.

    En om een succes te maken van uw Noaberschap Campus kunt u samenwerken en verbindingen leggen over gemeentegrenzen of provinciegrenzen heen. Je ziet overal soortgelijke initiatieven. Ideële corporaties en netwerken van startende ondernemers die met circulaire plannen aan de slag gaan. Dat kunt u ook leren in het Westerkwartier. U moet het zelf doen. U kunt niet simpelweg een boekje kopen of een product van buiten halen. Door het zelf te doen, zult u ontdekken dat het een rijke tocht is. Waarin u als gemeente op een prachtige manier verder kunt met uw maatschappij. We zitten momenteel middenin de corona pandemie. Veel mensen en bedrijven knokken keihard om het hoofd boven water te houden. Dat kan de ontwikkeling naar een circulaire economie afremmen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de trend positief blijft. Ik noemde al het Friese bouwbedrijf dat acht jaar geleden besloot om volledig circulair te gaan werken. Ze werden door de sector voor gek verklaard.

    Maar op dit moment is het een van de best draaiende bouwbedrijven. Ze hebben allerlei prijzen gekregen en ze hebben totaal geen last van de economische neergang. Dit laatste voorbeeld vat mijn betoog, mijn hypothese , mooi samen. Circulariteit en duurzaamheid hebben intrinsieke kracht. De tijd dat bedrijven alleen konden concurreren op de laagste prijs, is voorbij. Er komen nieuwe economische wetten aan.

    Conclusies

    • Economische groei is niet meer de enige drijfveer van de mensheid.
    • Steeds meer mensen zoeken nieuw perspectief: geluk. 
    • Circulaire economie levert veel op.
    • Het bedrijfsleven is al op weg naar een circulaire economie; ook het MKB in deze regio.

    Adviezen

    • Neem als gemeente het initiatief om een `Circulaire Noaberschap Campus Westerkwartier’ op te richten. 
    • Door het zelf te doen, zult u ontdekken dat het een rijke tocht is.

    Een schone wereld

    John Vernooij is algemeen directeur van Omrin. De onderneming is inzamelaar en verwerker van huishoudelijk en bedrijfsafval in het noorden en midden van Nederland. Vernooij staat landelijk bekend als aanjager en ambassadeur van de circulaire economie. Hij smeedt daartoe coalities met het bedrijfsleven en bewerkt de politiek in Den Haag.

    Afvalverwerker Omrin verzamelt vuilnis in 33 Nederlandse gemeenten. Dat doet het bedrijf succesvol. Het werkgebied, aanvankelijk de provincie Friesland, breidt gestaag uit. Opvallend is bovendien dat geen andere vuilverwerker er in slaagt om zo veel afval te recyclen als Omrin. Ook Westerkwartier laat haar afval inmiddels verwerken door de onderneming en de gemeente wordt vanaf 1 januari aandeelhouder. Omrin heeft 21 locaties, 450 werknemers en is financieel gezond. De omzet van het bedrijf is 150 miljoen euro en het nettoresultaat was vorig jaar 8 miljoen euro.

    De gemeente Westerkwartier laat haar afval sinds kort verwerken door Omrin. Niet alleen omdat het bedrijf dat tegen gunstige tarieven doet. Maar vooral omdat de noordelijke onderneming uitblinkt in recycling en, samenwerkend met de biochemische industrie, in opzienbarende groene innovaties. De gemeente Westerkwartier heeft een mooi afvalsysteem. Redelijk eigenzinnig, denk ik, maar wel succesvol. U slaagt er al in 70 procent van uw afval te recyclen. Wij vinden het als bedrijf fijn om daar onze visie tegenaan te plakken.

    Samen gaan we proberen om ons doel nog verder te brengen, om nog meer ook te kunnen hergebruiken. Kringloopeconomie, circulaire economie, is mijn grote passie. Als directeur van Omrin zeg ik met trots dat uw gemeente een aanwinst voor ons is. Omrin is begonnen als een Fries bedrijf, maar sinds enkele jaren zijn we ook in buurprovincies snel aan het uitdijen. In Groningen zijn we begonnen op Het Hoge Land, Eemsdelta is erbij gekomen, de stad Groningen, Westerwolde en nu dus ook het Westerkwartier. Verder hebben we een flink blok op de Veluwe en in Zuid-Holland hebben we Rotterdam bijna omsingeld. Dat afval komt naar Friesland toe. We proberen dat zo duurzaam mogelijk te doen, als het kan straks allemaal per schip.

    Onze snelle groei heeft te maken met de kostprijs die wij hanteren. Maar ook met onze circulaire visie. In onze hoofdvestiging in Heerenveen gebeurt van alles met afval. Het belangrijkste principe is dat we in onze fabrieken alle huisvuil uit elkaar trekken. Plastic, metaal, drankkartons. Het hart van onze activiteiten is een kunststofsorteerinstallatie, die we in 2018 hebben gebouwd. Dat was een investering van zo’n 20 miljoen euro. In onze fabrieken wordt het afval gescheiden in enorme trommels. De systemen worden constant geïnnoveerd. Want het scheidingsconcept is eigenlijk nooit af. Zo beginnen wij dit jaar als eerste bedrijf met het verwerken van luiers. Die vissen we uit het afval en we malen ze fijn voor hergebruik.

    Als wij er in zijn geslaagd het afval uit elkaar te trekken, resteren er bergen granulaat. Dat zijn grondstoffen die we kunnen gebruiken om nieuwe producten te maken. We maken inmiddels bermpaaltjes, containers, straatmeubilair en… stofzuigers. Samen met Philips hebben uit afval een granulaat gemaakt dat dient als basis voor een specifiek plastic. Een polypropyleen waarmee je bijvoorbeeld huishoudelijke apparaten als stofzuigers kunt maken. Zo volgen er waarschijnlijk nog veel meer producten. We leren al experimenterend, werkende weg. Kansrijke ontwikkelingen ontstaan nu eenmaal niet vanzelf. Op weg naar een circulaire keten moet je veel uitproberen, steeds weer verbeteren en zoeken naar doorbraken. En ik moet zeggen: het wordt steeds mooier en steeds iets groter. Er komen steeds meer mogelijkheden bij, omdat wij steeds meer leren over kunststoffen.

    Schaaltjes

    Vorig jaar zijn we bijvoorbeeld begonnen met het maken van PET-schaaltjes. Van die plastic schaaltjes, waar vlees en fruit op wordt verkocht. Ze liggen inmiddels in de supermarkt. Zo maak je stappen. Want uiteindelijk moeten we toe naar chemische recycling. Dat betekent dat je uit een weggegooide verpakking uit de supermarkt weer olie maakt en dat je van die olie weer een plastic kunt maken. Wij verwachten dat we volgend jaar zo ver zijn. We werken in een cluster samen met het biochemische bedrijf Chemport Europe in Delfzijl. Daar maken ze straks olie van ons afval.

    En vervolgens maken ze er plastics van. Dan heb je dus echt een keten gesloten. Het is een ontwikkeling die gaat vliegen. Zeker nu grote producenten als Unilever in Davos hebben afgesproken dat ze in 2025 alleen nog maar recyclebare verpakkingen willen gebruiken. Producenten willen het dus zelf ook. De druk wordt steeds groter om het voor elkaar te krijgen. In Heerenveen hebben we het Nationaal Testcentrum Kunststoffen opgericht. Met steun van de provincie Fryslân, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de verpakkingsbranche. Het is een onafhankelijk centrum waar alle grote producenten, Nederlandse en internationale multinationals, nu testen aan het doen zijn. Die open toegankelijkheid is een bewuste keuze. Als je er het logo van Omrin op zou hangen, dan komt er niemand. Dan neem je exclusief positie als marktpartij en daarmee help je de circulaire economie niet vooruit. Het centrum is sinds mei vorig jaar operationeel en zit tjokvol met opdrachten. "Uit verpakkingsmateriaal maken we olie." "Ikea wil ook producten maken van ons afval."

    Wagenpark

    Een grote klapper was ook de vestiging van de firma Morssinkhof Plastics in Heerenveen. Zij hebben bij ons een fabriek van 25 miljoen euro gebouwd, waar IKEA inmiddels een aandeel in genomen heeft. Omdat ook zij onze kunststofkorrels willen gebruiken om producten te maken. Ik zei het al: Ons doel is het smeden van circulaire ketens. Als u thuis uw afval weggooit, dan zijn dat voor ons grondstoffen waar we weer iets nieuws van maken. Maar het is breder. Zo werken we op een fossielvrije manier; we composteren gft en produceren zelf biogas waar ons wagenpark op rijdt. En als onderneming zijn we een inclusieve werkgever; een groot deel van ons personeelsbestand had voorheen een afstand tot de arbeidsmarkt.

    Kringloop is voor Omrin het ultieme doel. Maar we verbranden ook nog steeds afval. Restafval dat simpelweg nog niet recyclebaar is. Voor Westerkwartier is dat ongeveer 30 procent van de totale inzameling. Ik vind dat we met elkaar moeten streven om dat naar 20 procent te krijgen, of nog liever naar 10 procent. Onze verbrandingsinstallatie staat in Harlingen en is super efficiënt. Zo is de centrale voor energierendement gekoppeld aan een zoutfabriek. In 2016 hebben we de Vereniging Circulair Fryslân opgericht. Het is een `beweging’, die we zo groot mogelijk willen maken. Ik ben begonnen met het bellen van een aantal ondernemers: ,,Doe je mee? We gaan iets leuks doen. Wat het precies wordt, weet ik nog niet, maar het wordt wel leuk.’’ Daarna hebben we de provincie Fryslân en een aantal gemeenten aan boord getrokken. Er kwam een vliegwiel op gang. We hebben met elkaar de ambitie uitgesproken dat we de meest circulaire regio van Nederland willen worden.

    Ups en downs

    En die ambitie maken we waar. Al gaat het natuurlijk met ups and downs. Het kost tijd om gezonde businessmodellen te ontwikkelen en het gaat stap voor stap voor je een ingewikkeld ecosysteem tot stand hebt gebracht. Vorig jaar hebben we het honderdste lid verwelkomd. Alle Omrin-gemeenten doen mee. Alle onderwijsinstellingen, waaronder de Rijksuniversiteit Groningen, doen mee en we hebben zeventig aangesloten bedrijven. "Noord-Nederland wordt het nationale voorbeeld van een circulaire economie." Niet alleen uit Friesland, we worden ook steeds sterker in Groningen en Drenthe. We willen er graag een Noord- Nederlandse beweging van maken.

    Wij vinden het mooi om met deze regio het nationale voorbeeld te zijn op het gebied van circulaire economie. Wat ik tot slot nog belangrijk vind om te noemen, is circulaire inkoop. Overheden, dus ook uw gemeente, moeten kiezen voor inkoop van circulaire producten. Dat stimuleert enorm. Ik wil graag in Noord- Nederland inzetten op een CE-alliantie; een circulaire economie alliantie. Samen kunnen we zorgen dat er een nieuwe, schonere wereld ontstaat.

    Conclusies

    • Westerkwartier heeft een effectief afvalsysteem dat past binnen de ambities van Omrin.
    • Na scheiding wordt afval een waardevolle grondstof.
    • Van afval maken we steeds meer producten.
    • Het grote bedrijfsleven sluit zich aan bij onze circulaire beweging. 
    • Binnenkort zijn we ook in staat om van afval olie te maken: grondstof voor plastics.
    • Het Noorden wil de meest circulaire regio van Nederland worden.

    Adviezen

    • Neem actief deel aan de circulaire beweging.
    • Help mee met het terugdringen van de hoeveelheid niet-recyclebaar afval.
    • Kies als gemeente voor exclusieve inkoop van circulaire producten.
    • Neem deel aan de CE-alliantie.

    Eerste reacties uit de raad

    Raadslid Hans Koenders, PvdA:

    ,,Het is mooi dat de geesten rijp zijn om door te schakelen naar een circulaire economie. Maar er gebeuren nog steeds rare dingen. Er worden bijvoorbeeld flessen gemaakt van materiaal waar je na gebruik nooit meer een fles van kunt maken. En er zijn afvalverwerkers die vuilnis importeren om hun ovens brandend te houden. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?’’

    Raadslid Han Warmelink, GroenLinks:

    ,,Het is tijd om druk uit te oefenen op de industrie en het bedrijfsleven om geen producten meer te maken die niet recyclebaar zijn.’’

    Burgemeester Ard van der Tuuk:

    ,,Het Westerkwartier koestert haar landschap en milieu. Wij zijn bij uitstek een gebied dat voortrekker wil zijn op het gebied van duurzaamheid.’’

    Raadslid Klaas-Wybo van der Hoek, GroenLinks:

    ,,Een circulaire campus kan heel interessant zijn voor deze gemeente.’’