De impact van een pandemie

Op dinsdag 20 oktober vond de eerste editie van de Vooruitkijkspiegel plaats. Het thema? Dat was natuurlijk het probleem dat iedereen raakt; wereldwijd en dus ook in het Westerkwartier: Corona. Drie sprekers hielden een lezing, ieder vanuit hun eigen deskundigheid. Om vervolgens vragen van inwoners te behandelen en in gesprek te gaan met de gemeenteraad.

  • Welke mentale schade richt de pandemie aan?
  • Gaan we na corona gewoon door zoals het was?
  • Of is er moed voor vernieuwing?

Yvonne Turenhout

De eerste spreker tijdens het mini-symposium was Yvonne Turenhout, bestuurder van het Kenniscentrum voor het Sociaal Domein in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Turenhout studeerde Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit en combineerde dit met een topsportcarrière. Daarna vervulde zij directie- en bestuursfuncties bij verschillende grote organisaties. Vanuit haar functie en sterke persoonlijke maatschappelijke betrokkenheid is zij een bruggenbouwer, bij uitstek deskundig op het sociaal, maatschappelijk domein.

De zere plekken in de samenleving

Corona is veel meer dan een medische calamiteit. Ook de sociale en maatschappelijke impact van het virus is gigantisch, constateert Yvonne Turenhout. ,,Er is sprake van een ernstige verstoring van de vertrouwde verhoudingen. Corona legt meedogenloos de zere plekken in de samenleving bloot.’’

Nee, we gaan nooit meer terug naar het oude normaal. Vergeet dat maar. Corona heeft de wereld voorgoed veranderd. Eigenlijk is er sprake van een collectieve, wereldwijde cultuurshock. Van de vaste waarden en verhoudingen is in een klap heel veel onzeker geworden. Wat is de sociale impact van corona? Wat betekent deze crisis voor ons leven en onze samenleving? Het gedrag van mensen in een crisis, verloopt langs min of meer vaste patronen. Bijna iedereen doorloopt deze fases. Het voltrekt zich in uiteenlopend tempo en het varieert in intensiteit. Hoe je als persoon of groep reageert op een crisis, is vooral afhankelijk van de mate waarin je zelf impact ondervindt. Maar laten we het eens op het niveau van de samenleving beschouwen. Wat ervaren wij met elkaar? Ik wil hierbij gebruik maken van het volgende antropologisch/ sociologische model: [tabel] Als je dit model volgt, zitten we na ruim een half jaar pandemie ergens in de tweede cultuurshock. We hebben de eerste fase ondergaan, en overleefd. Maar nu komt er een fase waarin het ongemak langer duurt. Nu beginnen we langzaam maar zeker na te denken over de gevolgen voor de langere termijn. Wat kunnen we hier nu van leren? En wat kunnen we, ja wat moeten we voortaan fundamenteel anders gaan doen? Dit zijn interessante vragen. Juist onder lastige omstandigheden moet je vooruitkijken. Je staat samen stil bij de kernwaarden die je belangrijk vindt en hoe je die wilt vasthouden, op weg naar een nieuwe toekomst.

Welvaart

Als je het model verder volgt, zie je dat we op een gegeven moment ook weer terugkeren naar normaal. Niet `het oude normaal’, maar `het nieuwe normaal’. Wat dat zal zijn, weten we nog niet. We staan nog maar aan de vooravond. We kunnen nog niet voorbij de bocht kijken, om het maar zo te zeggen. Hoe ingrijpend onze maatschappij verandert, zal sterk afhankelijk zijn van de diepte en de lengte van de coronacrisis. Wat was dan `het oude normaal’ in Nederland, in Westerkwartier? Nou, eigenlijk stonden we er in dit land en ook in deze gemeente in veel opzichten heel goed voor. We verkeerden in een aanhoudende hoogconjunctuur. Een groeiende economie, veel koopkracht, welvaart. Door het Sociaal en Cultureel Planbureau werd gemeten dat we zelf de kwaliteit van ons leven een hoge waardering gaven, gemiddeld een 7,7. Maar er was tegelijk ook een andere werkelijkheid. Het ging met veel mensen dan wel goed, maar we constateren in Nederland, en ook in Westerkwartier, hardnekkige verschillen. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau bestaat een derde deel van de bevolking economisch en sociaal uit `achterblijvers’, waar we ons zorgen om moeten maken. De kloof tussen de mensen die het goed hebben en mensen die in meer kwetsbare posities zitten, lijkt steeds groter te worden. Wie denkt dat het om een kleine groep gaat, vergist zich. In Nederland hebben we het over gemiddeld 29% van de inwoners. In de provincie Groningen, ook in Westerkwartier, schatten we in dat die categorie kwetsbare inwoners iets kleiner is, zo rond de 25%. Dat was al de situatie, toen het nog goed ging. En opeens was daar corona. De effecten van het virus voelen we dagelijks. Deze crisis raakt alles en iedereen. Het is een ernstige verstoring van het normale en alledaagse functioneren. Een deel van de inwoners van Westerkwartier voelt al zware gevolgen. Verlies van werk en inkomen, afgesloten zijn van medische zorg, eenzaamheid, somberheid en angst.

Armoede

Corona legt de vinger op de zere plekken in onze samenleving. De sociale verschillen in ons land verscherpen. Als Sociaal en Cultureel Planbureau Groningen hebben wij al in het begin van de crisis, in april, een panelonderzoek uitgevoerd. Er deden een kleine 7000 Groningers aan de enquête mee, waaronder een representatieve groep uit de gemeente Westerkwartier. En, wat zeggen de inwoners? Al in de eerste maand na het begin van de crisis, is er grote negatieve invloed op werk en inkomen te zien. In deze gemeente maakt 14 procent van de inwoners zich daar dan al ernstige zorgen over en 9% was in april al haar of zijn baan kwijt. Vooral zzp’ers, meer dan de helft, maken zich zorgen. En bij zelfstandigen met personeel is dat 35%. Ook mensen met een slechtere gezondheid en mensen met lagere inkomens hebben het moeilijk. Dat geldt zeker voor de traditioneel kwetsbaren, de mensen die soms al generaties lang in zwakke posities zitten. Het gevaar bestaat dat zij bij een aanhoudende crisis nog harder geraakt worden. Er is sprake van fors risico op armoede. Dat was al de situatie, toen het nog goed ging. En opeens was daar corona. De effecten van het virus voelen we dagelijks. Deze crisis raakt alles en iedereen. Het is een ernstige verstoring van het normale en alledaagse functioneren. Een deel van de inwoners van Westerkwartier voelt al zware gevolgen. Verlies van werk en inkomen, afgesloten zijn van medische zorg, eenzaamheid, somberheid en angst. Een opvallende groep die in de knel komt, zijn jongeren en jongvolwassenen. Veel jonge mensen, liefst 36 procent, kampen met persoonlijke en psychische problemen, en met eenzaamheid. Persoonlijk vind ik dat wel erg zorgelijk. Ze moeten vaak rondkomen van een studenteninkomen of flexwerk en hebben moeite huisvesting te vinden of vast te houden. En er is forse impact op eenzaamheid en sociale contacten. We missen de sociale contacten, het meedoen. We missen elkaar. We zien ook grote risico’s bij verenigingen; kunnen die het hoofd boven water houden? Tijdens de volledige lockdown viel in de dorpen van Westerkwartier 65 procent van de sociale contacten vrijwel stil. Van de ondervraagden was 16 procent vaker eenzaam.

Veerkracht

Wat zien we op langere termijn? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelt op nationaal niveau vast dat de veerkracht en het incasseringsvermogen van met name zelfstandigen en flexibele arbeidskrachten onder druk staat. Over het algemeen zijn zelfstandigen weliswaar ondernemend, creatief en veerkrachtig en deze crisis brengt ongetwijfeld ook weer kansen. Maar de buffers van veel ondernemers raken uitgeput. Er ontstaan bedrijfsfaillissementen en schulden. Veel ondernemers hebben een steuntje in de rug nodig. Ik adviseer overheden, ook gemeenten, om vroegtijdige hulp op maat te leveren. Bijvoorbeeld hulp bij schulden, coaching. Dat geldt ook voor de armoede- en schuldenproblematiek. De GKB’s, de Gemeentelijke Krediet Banken, spreken over stilte voor de storm. Als overheid moet je er heel snel bij zijn om te voorkomen dat veel mensen ernstig in de problemen raken. De gemeente Westerkwartier is daar volgens mij al intensief mee bezig. We werken met een intern `doorbraakteam’. Daar zitten onder andere ervaringsdeskundigen in, die kunnen helpen om echte doorbraken te realiseren in de weerbarstige armoedevraagstukken. We moeten experimenteren met doorbraakprojecten als een basisbaan, basisinkomen en schuldenvrije wijken. En ook hierbij moet je kijken of je met elkaar kunt opschalen. Dus samenwerken over gemeentegrenzen heen en krachten bundelen, waarmee je het verschil kunt maken voor deze kwetsbare mensen. Benut bijvoorbeeld de kansen van het Nationaal Programma Groningen om een provinciebrede aanpak te organiseren. Zo moet je echt iets doen voor de jongeren. Ik zei het al: in de groep tussen de 18 en de 34 jaar zien we nu grote problemen ontstaan. Wij denken dat er kansen liggen als we met elkaar maatschappelijk in staat zijn om de prestatiedruk er wat af te nemen. Door ruimte te geven voor nieuwe inzichten en bezigheden, en met die jongeren zelf nieuwe oplossingen te bedenken. We moeten deze groep toekomstperspectief bieden op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt. Zodat ze echt een kans krijgen. Anders lopen we het risico dat er een verloren generatie opgroeit.

Hartverwarmend

Toch is het niet louter kommer en kwel. Een crisis kan ook het beste in mensen naar boven halen. Je ziet soms hartverwarmende initiatieven. Waarbij mensen elkaar helpen of een hart onder de riem steken. Ook in Westerkwartier. Crisistijd biedt dus ook kansen, al zal het niet eenvoudig zijn. Het vraagt in ieder geval een goede dialoog met iedereen. Om het virus onder de duim te krijgen, hebben we alle Nederlanders nodig. En om sterker uit de crisis te komen, moet je ook samen optrekken. Dus ik zou de gemeenteraad van Westerkwartier willen uitnodigen om na te denken over de wijze waarop de maatschappelijke dialoog met de inwoners gevoerd kan worden. Maak een specifieke agenda. Kies waarover en met wie je de eerste gesprekken wilt voeren. Begin vandaag.’’

Conclusies

  • Corona veroorzaakt een cultuurshock en verandert de maatschappelijke verhoudingen.
  • Corona legt de vinger op zere plekken. Het vergroot de kloof tussen zelfredzame en kwetsbare mensen.
  • Inkomens staan onder druk.
  • Het risico op schulden, armoe en eenzaamheid neemt toe.
  • Met name jongeren en jongvolwassenen hebben het zwaar. Het gevaar van een `verloren generatie’ ligt op de loer.
  • Het verenigingsleven staat onder druk, mantelzorgers worden overvraagd.
  • We gaan nooit meer terug naar het `oude normaal’. We moeten er voor zorgen dat het `nieuwe normaal’ perspectief biedt voor iedereen. Dat wordt niet eenvoudig.

Adviezen

  • Besteed meer dan ooit zorg aan kwetsbaren in de samenleving.
  • Bied hulp op maat op de arbeidsmarkt, bij armoede, schulden, huisvesting, eenzaamheid.
  • Voorkom dat er een verloren generatie ontstaat. Bied jongeren toekomstperspectief. Zo nodig door een nationaal en een lokaal programma voor de jeugd te starten.
  • Creëer hiervoor `doorbraakprojecten’, op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, in scholing en schuldhulpverlening. Mooie voorbeelden zijn: basisbanen, schuldenvrije wijken, gezinscoaches, ondersteuning van mantelzorg.
  • Benut de kansen van het Nationaal Programma Groningen om een provinciale aanpak te organiseren.
  • Gemeenteraad van Westerkwartier: Denk na over een maatschappelijke dialoog met je inwoners. Wees er snel bij.

Jouke van Dijk

Jouke van Dijk is hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit in Groningen. Hij is expert op het terrein van arbeidsmarktvraagstukken en regionale economie. In de onderzoeken van professor Van Dijk staan vraagstukken als werkgelegenheid, werkloosheid, migratie en arbeidsmarktbeleid centraal. Verder houdt hij zich onder meer bezig met de Waddenzee en het functioneren van de regionale arbeidsmarkt, met name in Noord-Nederland. Van Dijk is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) Noord-Nederland

 
Wat we nodig hebben is solidariteit

Wat ging het goed met de wereldeconomie. Wat ging het goed met Nederland. Wat ging het goed met de gemeente Westerkwartier! Nooit eerder waren we zo welvarend. Tot het vermaledijde coronavirus alles in het honderd stuurde. Maar we hoeven niet te somberen, meent professor Jouke van Dijk. ,,We komen er bovenop. Er zijn kansen in overvloed.’’

Als we ons even losmaken van het afgelopen halfjaar, dat werd beheerst door corona, dan gaat het nationaal, maar ook regionaal en lokaal best goed. De bevolkingsgroei in de gemeente Westerkwartier loopt landelijk in de pas, blijft iets achter bij de stad Groningen, maar ontwikkelt zich veel beter dan bijvoorbeeld in Oost-Groningen en in het aardbevingsgebied. De beroepsbevolking is in Westerkwartier mooi stabiel. Als je kijkt naar de banengroei, dan doet Westerkwartier het ook goed. Zelfs net zo goed als de stad Groningen. Vooral sinds 2014 gaat het hier prima. En ook het inkomensniveau ontwikkelt zich opwaarts. Het aandeel mensen met een hoog inkomen ligt iets lager dan in de stad, maar het neemt wel toe. Bovendien heeft deze gemeente regionaal gezien het laagste aantal mensen in de bijstand. Economisch gezien heeft Noord-Nederland een inhaalslag gemaakt ten opzichte van de Randstad. De regionale economie draait goed en ook hier is sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Al zien we binnen de regio wel grote verschillen. Zo doen de stad Groningen, Assen en het gebied daarom heen het veel beter dan bijvoorbeeld Oost-Groningen en Noord-Groningen. Ook de kwaliteit van de economie is verbeterd: kennisintensivering, ictrevolutie; het opleidingsniveau stijgt.

Analfabeten

Dat is de mooie kant van de medaille. Waar minder aandacht voor is: ons land telt maar liefst 250.000 analfabeten en 1,5 miljoen laaggeletterden. Zij hebben problemen om in een werksituatie goed te functioneren. Het is een groep waar we veel aandacht voor moeten hebben. Dat geldt ook voor mensen die zijn geschoold tot het niveau MBO 2 en 3. Voor deze categorie werknemers verdwijnen heel veel banen door robotisering en automatisering. Zij kunnen het dus moeilijk krijgen. Een andere trend is de toenemende mobiliteit van werknemers, vooral onder hoger opgeleiden. De relatie tussen wonen en werken wordt steeds losser. Corona zal deze ontwikkeling nog fors versterken, nu we meer thuis gaan werken. Bovendien: er komen steeds meer zzp’ers en flexwerkers. Op de arbeidsmarkt worden tegenwoordig en in de toekomst andere competentie-eisen gesteld. Natuurlijk moet een loodgieter nog steeds zijn vak beheersen. Maar hij moet ook sociaal vaardig zijn en kunnen communiceren. Dat soort extra skills worden steeds belangrijker. Het brengt mij bij de mate van participatie in de samenleving. Ook na de corona blijft dat belangrijk. Het gaat er om dat iedereen zijn talenten kan ontplooien en dat we ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan helpen. Bedrijven moeten voldoende geschoold personeel kunnen krijgen. Dat is de uitdaging waar we voor staan en die uitdaging is door de huidige crisis alleen maar acuter geworden. De pandemie heeft grote gevolgen voor de regionale economie en de arbeidsmarkt. Al verschilt de impact per sector. We weten bijvoorbeeld allemaal dat toerisme er heel veel last van heeft, de reisbranche. Voor een stad als Amsterdam is het wegblijven van buitenlandse toeristen een aderlating. Maar hier in het Noorden hebben veel ondernemers in de afgelopen zomer juist geprofiteerd, omdat heel veel mensen in het binnenland op vakantie gingen. Alles verandert door corona. De economie, import en export, de arbeidsmarkt, de woningmarkt, maar ook de mobiliteit. En niet alles is per se negatief. Als we niet meer elke dag naar het werk gaan, hebben we minder files. Heel veel gevolgen laten zich nog niet voorspellen. Wat doen we met de kantoren? Moeten we die sluiten? Blijven we videobellen, of worden we dat moe? Gaan we minder reizen? Als we thuis blijven werken, wat betekent dat sociaal? Veranderen dan onze woonwensen? Gaan we anders consumeren?

Jenever

Voor de overheid is het ook alle hens aan dek. De gezondheidszorg heeft nu natuurlijk de hoogste prioriteit, maar ook economie, het onderwijs en de sociale kant van de samenleving vragen aandacht. Steun verlenen aan het bedrijfsleven kan wel tijdelijk, maar niet voor eeuwig. Sommige bedrijven zullen het uiteindelijk gewoon niet redden. In het Noorden zijn de gevolgen van de coronacrisis tot nu toe nog relatief mild. Het UWV heeft vastgesteld dat we hier weliswaar een aantal sectoren hebben die hard krimpen door corona, maar zeker evenveel sectoren die `gewoon’ doorgroeien. De scenario’s van het Centraal Planbureau zijn minder gunstig. In de tweede golf, waar we nu in zitten, zal de werkloosheid toenemen. Werknemers die nu nog dankzij tijdelijke steunmaatregelen in dienst zijn, moeten binnenkort waarschijnlijk alsnog vertrekken. Veel bedrijven derven omzet. Maar er zijn natuurlijk ook kansen. En nieuwe producten; opeens is er vraag naar mondkapjes en laboratoriumcapaciteit. Ik zag dat Hooghoudt nu desinfectievloeistoffen maakt, in plaats van jenever. Bedrijven moeten zich aanpassen, maar ook het personeel moet mee naar de nieuwe wereld. Dat betekent dus dat mensen zich blijvend moeten ontwikkelen. Vooral digitale vaardigheden zijn van het grootste belang. Hoe investeren we ons uit de crisis? De energietransitie, bijvoorbeeld, zal toch een keer moeten opschieten. Daar kunnen we met goed onderwijs en goed onderzoek aan bijdragen. Ook moeten we nodig meer huizen bouwen, defensie kan een oppepper gebruiken en natuurlijk zijn er mogelijkheden in de zorg. Nou, in al die zaken valt te investeren en daar zijn ook mensen voor nodig.

Toeristen

De bevolking in het Noorden is al jaren vrij stabiel. In een aantal regio’s is zelfs krimp aan de orde. Dat zou door corona best eens kunnen veranderen. Een eerste stap die we mogen verwachten, is dat er veel meer toeristen naar ons toekomen. Op de Waddeneilanden en in Drenthe en Friesland kwamen al veel vakantiegasten. Maar er worden ook nieuwe gebieden ontdekt, onder andere in Groningen. Ik denk dat ook Westerkwartier echt een toeristische potentie heeft. Hier is nog veel meer uit te halen. Als dat gebeurt, leren mensen het gebied kennen. Westerkwartier is natuurlijk een heel mooie plek. Als je niet elke dag naar je werk hoeft, kun je hier heerlijk wonen. Mensen zijn op zoek naar een huis met een werkkamer, liefst ook nog een beetje betaalbaar. Dan slaag je hier gemakkelijker dan in de Randstad. Ik denk dat de trek van stad naar platteland sterker gaat worden. Dat biedt kansen. Ik ben dus bepaald niet pessimistisch voor de gemeente Westerkwartier, zeker niet in vergelijking met Noord- en Oost- Groningen. Wil je de positie van deze regio nog meer versterken, dan moet je de bereikbaarheid verbeteren. Ik denk dat de aanleg van de Lelylijn -een nieuwe spoorverbinding van Amsterdam via Lelystad en Drachten naar Groningen een hele goede zaak kan zijn. Ook voor Westerkwartier. Deze gemeente ligt al niet ongunstig. Maar als je hier woont en je moet twee dagen in de week naar Amsterdam of naar Utrecht, dan is het fijn als je daar in een dik uur kunt komen. Wat me vooral zorgen baart aan de pandemie, is dat we moeten oppassen voor een toenemende ongelijkheid en voor meer armoede. Ook moeten we waken voor onderwijsachterstanden. Nu scholen lange tijd gesloten zijn of op een laag pitje draaien, lijden vooral kinderen uit kwetsbare gezinnen daaronder. Sociale problemen treffen de lager opgeleiden harder dan de hoger opgeleiden. Dat geldt ook voor hun kinderen. Ik denk dat daar veel aandacht voor moet zijn. Het vereist dat we de solidariteit met elkaar goed moeten vormgeven. Als we niet voor elkaar opkomen, vallen er veel slachtoffers. En dan bedoel ik niet alleen direct door die ziekte, maar ook door armoede en sociale uitsluiting. Een volgende generatie dreigt de boot te missen. Dat moeten wij elkaar niet aandoen. Hier ligt ook een zware verantwoordelijkheid voor de overheid. Het rijk heeft diepe zakken. Daarmee wordt de gezondheidszorg overeind gehouden en worden bedrijven ondersteund. Voor gemeenten is het veel lastiger. Die hebben niet het geld, maar krijgen wel heel veel problemen over de schutting gegooid. Dat is echt uit verhouding. Tot slot: hoe lang gaat deze crisis duren? En hoe zwaar worden de maatregelen? Als de boel voor lange tijd helemaal op slot gaat, zullen de consequenties voor de economie vele malen ernstiger zijn. Ik ben dan vooral bang voor de sociale gevolgen, die niet niet gelijk verdeeld worden onder de bevolking. Aan de andere kant, wij wonen in een van de meest welvarende en goed georganiseerde landen ter wereld. Wij scoren heel hoog. Dus als wij het niet kunnen oplossen, wie dan wel?

Conclusies

  •  Los van de coronacrisis krijgen laag opgeleiden het moeilijk.
  •  Hoe langer de pandemie duurt, hoe zwaarder de economie het krijgt te verduren.
  •  Ongelijkheid wordt groter: onderwijsachterstanden, sociale problemen, armoede.
  •  Veel van deze problemen worden bij gemeenten over de schutting gegooid.
  •  De ligging en economische uitgangspositie van de gemeente Westerkwartier is gunstig.
  •  Er zijn kansen in zorg, woningbouw, recreatie en toerisme
  •  Thuiswerken en digitaal werken worden steeds belangrijker.
  •  Trek van stad naar platteland.

Adviezen

  • Waak voor ongelijkheid: onderwijsachterstanden, sociale problemen.
  • Vergroot de digitale vaardigheden van werknemers en werkzoekenden.
  • Verhoog de taalvaardigheid van werkzoekenden en minima met betaalbare, laagdrempelige cursussen.
  • Sociaal beleid in de gemeente Westerkwartier: een laptop voor ieder gezin.
  • Meer stageplaatsen in het mbo.
  • Economie Westerkwartier: investeer in toerisme en recreatie, zorg en woningbouw.
  • Zet als regio Noord-Nederland in op aanleg van een nieuwe spoorverbinding tussen de Randstad en het Noorden, de Lelylijn. Noord-Nederland.

Aleid Brouwer

Aleid Brouwer is van huis uit economisch geograaf. Begin 2018 werd ze benoemd tot lector ‘Betekenisvol Ondernemen’ aan NHL Stenden. Ze houdt zich met name bezig met ondernemerschap en met digitalisering van ondernemerschap. Als onderzoeker richt Brouwer zich op het midden- en kleinbedrijf dat de transitie wil maken naar een manier van ondernemen waar welzijn voorop staat. Brouwer raadt ondernemers en werknemers aan de bakens te verzetten. Digitaliseren, nieuwe vormen van dienstverlening en duurzaamheid hebben volgens haar de toekomst.

De crisis spoort aan tot verandering

Na de corona ontstaat een samenleving die anders wordt ingericht, verwacht Aleid Brouwer. Veel veranderingen kunnen positief uitpakken. ,,Er is behoefte aan meer ruimte, groen en duurzaamheid. Consumenten willen lokale en gezonde producten. Ondernemers gaan meer samenwerken en werknemers worden mondiger en zelfstandiger. Ondernemen is vooruitzien. Net als u, gemeenteraad van Westerkwartier, kijken ondernemers ook graag in de vooruitkijkspiegel. Dat is nu harder nodig dan ooit. Nadenken over de gevolgen van deze pandemie is noodzakelijk, maar wel heel moeilijk. Want we weten niet wat er nog gaat gebeuren en ook niet wanneer het afgelopen zal zijn. Hoe langer de pandemie duurt, hoe meer gevolgen we zullen zien. Negatieve en misschien ook wel positieve gevolgen. Welke stappen moet het bedrijfsleven zetten? Liefst nu al, op dit moment. Want dat is mogelijk cruciaal om te kunnen overleven op de langere termijn. Volgens mij ligt de oplossing voor een groot deel in digitalisering. Bedrijven zullen meer digitaal moeten doen. Linksom of rechtsom, binnen de `anderhalve meter maatschappij’ is digitaal werken pure noodzaak. Tegelijkertijd is er meer behoefte aan samenwerking. Juist nu we met zijn allen onzeker zijn over de economie en onze inkomens.

Gezond

Wat ook opvalt, is dat het gedrag van klanten, consumenten, snel verandert. Ze kijken kritischer naar wat bedrijven te bieden hebben. ,,Waar komt een product vandaan, hoe wordt het gemaakt, hoe ziet de warenketen eruit?’’ Hetzelfde geldt voor werknemers. Die zoeken, mede onder druk van het thuiswerken, naar een nieuwe balans tussen werk en privé. Wat wordt `het nieuwe normaal’? Vast staat dat er een ander omgevingsbeleid nodig is. De anderhalve meter maatschappij jaagt dat aan. Ik denk dat het een gezonder omgevingsbeleid wordt. Met veel ruimte en groen, autoluwe binnensteden. Dat kan natuurlijk niet van de ene op de andere dag. We proberen het nu eerst met mondkapjes, looproutes en plastic schermen. Maar het is natuurlijk wel iets om verder over na te denken. De crisis spoort aan tot verandering Zeker als dit virus nog lang onder ons blijft. Of als, zoals sommige mensen verwachten, er op termijn vaker `airborne’ virussen zullen rondwaren. Tsja, dan moeten we er misschien toch wel over nadenken om de publieke ruimte anders in te richten. Zodat je gemakkelijk afstand kunt houden in een winkel, een theater of kantoor. Overal anderhalve meter zones. Met nieuwe ventilatiesystemen. Thuiswerken blijft misschien de nieuwe norm. Ik ben zelf in het afgelopen halfjaar maar twee keer naar de universiteit in Groningen en twee keer naar school in Leeuwarden geweest. Verder regel ik eigenlijk alles vanuit huis. Het scheelt mij twee uur met het openbaar vervoer per dag. Ik vind dat het me ook aardig lukt om met iedereen te kunnen overleggen en ook wel serieuze gesprekken te hebben. Maar er zijn natuurlijk ook zaken die je liever face to face doet en online les geven is natuurlijk ook heel anders. Hoe groter de groepen, hoe meer je dat merkt. Thuiswerken heeft voor- en nadelen. Het is ook niet voor iedereen mogelijk, niet elke ondernemer kan zijn personeel thuiswerken bieden. Dus dat geeft nog wel wat ingewikkeldheden. Ook hier helpt digitalisering. Dat heeft een ontzettende versnelling gekregen in deze periode. Worstelen Uit een recente survey, die is gedaan door McKinsey onder Europese managers van grote bedrijven, blijkt dat er in korte tijd al veel is veranderd op de werkvloer. Als eerste zien we dat het aantal ontmoetingen, en de frequentie van vergaderingen flink is afgenomen. Het gaat ook vaak sneller en efficiënter. Dit wordt ongetwijfeld deel van een nieuwe cultuur in de meeste bedrijven. Verder zie je bijvoorbeeld dat de technologie en de systemen bij de meeste bedrijven blijvend veranderd zijn. De manieren waarop wordt geïnnoveerd en de wijze waarop er beslissingen genomen worden. Innovatie kon alleen maar door kruisbestuiving van gedachten en beslissingen werden meestal topdown genomen. Maar ja, als mensen allemaal thuis aan het werken zijn, dan moeten ze ook zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Het gaat natuurlijk niet allemaal vanzelf. McKinsey constateert ook dat veel bedrijven worstelen, omdat ze niet meer kunnen doorgaan met wat ze altijd deden. Nou ja, dat kan dus gewoon niet. Zelfs al had je genoeg vet op de botten om die eerste lockdown uit te zitten, nu met deze tweede golf moet je wel over naar de nieuwe werkelijkheid. Je moet nu wel nadenken over aanpassing van je processen, je diensten en je producten. Neem bijvoorbeeld de horeca, de restaurants. Die zijn gedwongen gesloten, voor langere tijd. Nu was het natuurlijk hun corebusiness om leuke, gezellige maaltijden aan te bieden, in een mooie ambiance. Dat kan niet meer. Maar wat ze wel kunnen, is hun menu online aanbieden, zodat je het thuis kunt opeten. Steeds meer producten worden thuisbezorgd. En diensten nu dus ook. Je moet als ondernemer niet alleen proberen het uit te zingen op de oude manier, maar je zult ook je activiteiten en je organisatie moeten aanpassen. Je moet je portfolio diversificeren, dus meer verschillende typen producten aanbieden. En die producten moet je op een andere manier aanbieden, bijvoorbeeld online, of thuisbezorgen. Veranderen is zeker van belang op momenten dat er dit soort grote schokken plaatsvinden in het economische systeem.

Weerbaarheid

Vooral kleine ondernemers moeten hun weerbaarheid verhogen. Een mooi voorbeeld vind ik het Warenhuis Groningen. Dat zijn allemaal kleine winkeltjes in een buurt, die zijn gaan samenwerken. Kleine boetiekjes, die niet in een keten zitten maar allemaal gewoon een eigen assortiment hebben, specifieke niche producten. De meeste hadden niet eens een eigen website. Nu hebben ze hun krachten gebundeld door gezamenlijk een webshop aan te bieden. Nu kun je als klant van al die winkeltjes online zien wat ze verkopen en je kunt het ook aanschaffen. Het wordt dan bezorgd met een fietskoerier in de stad of met een pakketdienst. Het is tegenwoordig hartstikke belangrijk om digitaal in contact te komen met je klant. In het frontoffice, in de business to business, en zelfs in de backoffice. Ook grote bedrijven kunnen kwetsbaar raken. Je ziet nu wat er kan gebeuren als je altijd je spullen goedkoop uit China liet komen en ineens stokt dat. Misschien moet je dan eens overwegen om wat meer lokaal te doen. Dat is ook veel duurzamer. Er is sprake van een groeiende klantenwens naar duurzame en sociaal verantwoorde producten. We hebben nu ook goed gemerkt dat minder industriële productie en minder reizen meteen positieve effecten hebben op het milieu en de omgeving. Je ziet dat steeds meer bedrijven samenwerken in kleine sterke netwerken, lokale verbanden. Dat is echt een doorzettende trend. Voor werknemers geldt dat de vraag naar flexibiliteit blijft. Nadeel is dat flexibel werk risico’s met zich meebrengt, dus zou er ook iets moeten gebeuren aan bescherming van de flexibele werknemers. Ook is het zaak om te letten op het welzijn van medewerkers als ze thuiswerken en vooral digitaal communiceren. Zorg voor goede werkplekken en zorg ervoor dat mensen die alleen wonen niet ten ondergaan aan eenzaamheid. Voor iedereen geldt ook: kijk naar de balans tussen werk en privé. Dat aspect wordt steeds belangrijker: het draait niet alleen om opbrengst en resultaat, maar ook om welzijn.’’

Conclusies

  • De openbare ruimte wordt anders ingericht: meer ruimte, groen, autoluw.
  • De digitalisering van de maatschappij komt in een stroomversnelling. Thuiswerken blijft de norm.
  • Bedrijfsvoering verandert: minder topdown.
  • Werknemers worden zelfstandiger; eisen meer van hun werkgevers.
  • Consumenten worden kritischer.
  • Er is toenemende vraag naar lokale, duurzame, gezonde producten.
  • Producten worden online afgenomen en thuisbezorgd.
  • Ondernemers gaan hun krachten bundelen: meer samenwerken, in kleine hechte verbanden, ketens, netwerken.

Adviezen

  • De openbare ruimte wordt anders ingericht: meer ruimte, groen, autoluw.
  • De digitalisering van de maatschappij komt in een stroomversnelling.
  • Thuiswerken blijft de norm.
  • Bedrijfsvoering verandert: minder topdown.
  • Werknemers worden zelfstandiger; eisen meer van hun werkgevers.
  • Consumenten worden kritischer.
  • Er is toenemende vraag naar lokale, duurzame, gezonde producten.
  • Producten worden online afgenomen en thuisbezorgd.
  • Ondernemers gaan hun krachten bundelen: meer samenwerken, in kleine hechte verbanden, ketens, netwerken.

Eerste reacties uit de raad

Raadslid Henk Bakker, Groen Links:

 ,,De urgentie om in het sociaal domein maatregelen te nemen, is evident. We moeten ontmoetingen met onze inwoners stimuleren.’’

Raadslid Geertje Veenstra, CDA:

 ,,Ik roep onze inwoners op om de gemeenteraad te laten weten waar ze behoefte aan hebben. Daar moet de raad naar luisteren en aanvullend maatwerk bieden.’’

Raadslid Sandra de Wit, PvdA:

 ,,We hebben zorg over onze jeugd en over onze mantelzorgers. Wat hebben zij nodig? Laten we deze groepen zelf vragen wat ze nodig hebben om uit de problematiek te komen.’’

Raadslid Jacqueline Dijkstra-Helmholt, ChristenUnie:

 ,,Ik voel hier een sterke bereidheid om verbinding te maken met onze inwoners.’’

Burgemeester Ard van der Tuuk:

 ,,Er is angst en onvrede in de samenleving. Juist onder deze omstandigheden is het zaak om elkaar vast te houden. Het mag niet zo zijn dat de ene groep mazzel heeft en de andere groep heeft pech. Als lokale overheid hebben wij de plicht om ook kwetsbare mensen perspectief te bieden.’’