Hoe we omgaan met onze gemeentelijke bomen, bermen, beplanting, plantsoenen en grasvelden (kortweg: openbaar groen) leest u hieronder.

Openbaar groen is van belang voor ons allemaal

Openbaar groen:

  • draagt bij aan een gezonde leefomgeving voor mens en dier
  • geeft zuurstof en neemt koolstofdioxide (broeikasgas) op
  • houdt gevaarlijk fijnstof vast, zodat wij dat minder inademen
  • voorkomt hittestress en zorgt voor schaduw
  • houdt water vast en neemt bij veel regen water op
  • is van belang voor dieren als voedsel en schuil- en broedplaats
  • is niet overal hetzelfde. Dat is goed voor een afwisseling van plant- en diersoorten (biodiversiteit genoemd)

Daarnaast is groen ook van belang voor de inrichting van een woonwijk. In dit zogenaamd gebruiksgroen kunnen inwoners (vrije) tijd doorbrengen, sporten en wandelen. U kunt dan denken aan parken, dorpsbossen en sportvelden. Ook is groen onderdeel van de inrichting van onze begraafplaatsen.

Zo onderhouden we het groen

Kwaliteit

Onze buitendienstmedewerkers onderhouden het openbare groen. In het groeiseizoen huren we extra mensen in om het onderhoud uit te voeren. Dat doen ze op het kwaliteitsniveau waarvoor ze opdracht hebben gekregen. De gemeenteraad beslist welk kwaliteitsniveau dat is en hoeveel geld de gemeente uitgeeft aan groenonderhoud.

De afspraak is, dat we het meeste openbare groen onderhouden op een basisniveau. Een basisniveau is een gemiddeld onderhoudsniveau, vergelijkbaar met het cijfer 6 tot 7 (voldoende tot ruim voldoende). Het onderhoud van bepaald groen in centra, in woongebieden en langs hoofdwegen doen we op een hoger kwaliteitsniveau.

Ieder jaar gaan we langs het openbaar groen om te kijken hoe het groen ervoor staat. Dit leggen we vast in een rapport. Dit schouwrapport kunt u bij team groen opvragen via het centrale nummer 14 0594.

Het onderhoud van groen is sterk afhankelijk van het weer. Het weer heeft invloed op de kwaliteit. We hebben een Kwaliteitsvisie openbare ruimte gemaakt. Deze visie kunt u bij team groen opvragen via het centrale nummer 14 0594.

Flora en fauna

Bij het maaien, schoffelen, snoeien en kappen gaan onze medewerkers met zorg om met de flora (planten) en fauna (dieren). Er wordt gewerkt volgens een bepaalde Gedragscode. Dit vragen we ook van de aannemers en bedrijven die voor ons werken.

Wegbermen

Eerste maaironde van half mei – half juni

De wegbermen onderhouden we op een gemiddeld (basis) kwaliteitsniveau. Van half mei tot en met half juni doen we zelf de eerste maaironde. We maaien dan de eerste meter langs de wegen, de zogenaamde veiligheidszone. Ook maaien we de kruisingen.

Het maaien van Jakobskruiskruid

Ons gemeentebestuur heeft er voor gekozen om Jakobskruiskruid (zie foto) vanaf 2024, eerst bij wijze van proef, actief te beheren in risicovolle gemeentelijke bermen in ons buitengebied. Wij zullen de bloeiende planten in de maanden juli en augustus in dergelijke bermen afmaaien of uittrekken. De risicovolle gemeentelijke bermen waar we dat gaan doen zijn vooral gelegen in het zuidelijk Westerkwartier. Wij hopen dat de verdere verspreiding van deze plantensoort in schraal hooiland zo wordt beperkt. In gedroogde toestand in hooi kan deze plant na veelvuldige opname schadelijk zijn voor vee. Particulieren zijn zelf verantwoordelijk voor het beheer van deze plant in hun weidepercelen. U kunt zelf veel doen door uw weidepercelen op de juiste wijze te beheren en kale plekken als gevolg van te laag maaien of overbegrazing te voorkomen.

Afbeelding van Jakobskruiskruid
Afbeelding van Jakobskruiskruid

Tweede maaironde vanaf eind augustus

Eind augustus beginnen de aannemers met de tweede maaironde. Zij maaien de hele berm en voeren het maaisel af. Het afvoeren van het maaisel gaat kale plekken tegen en voorkomt groei van niet gewenste ruigtekruiden. Ook zorgt het ervoor dat de ondergrond niet te hoog wordt. Hierdoor kan bij regen het water van de weg vrij de berm in blijven stromen.

Kunstmatig inzaaien

We beperken het kunstmatig inzaaien van wegbermen met een zaadmengsel. Soms doen we dit als wegbermen ernstige schade hebben geleden door werkzaamheden. Bijvoorbeeld bij grote wegreconstructies. We gebruiken dan alleen (inheemse) zaadmengsels, die passen bij het gebied en de grond.

Maaien en bijmaaien

We maaien het gras in onze gemeente volgens een planning. Hoe vaak we maaien hangt af van het soort gras en de functie ervan.

De medewerkers van onze buitendienst maaien vooral de grasveldjes en grasstroken in woonbuurten. We doen dit in het groeiseizoen gemiddeld om de zeven werkdagen. Dit hangt wel af van het weer.

Soms staan er bloembollen in gazons en grasstroken. Afhankelijk van het gebruikte bollenmengsel beginnen we later met de eerste maaibeurt op deze plekken. Dat kan tussen mei en juli zijn. We laten het loof van bollen eerst afsterven. Anders komen de planten het groeiseizoen daarop niet terug.

We kiezen er bewust voor het gras rondom bomen te laten staan. Het maaien van het gras kan zorgen voor beschadiging van de stam van de boom. We maaien het vlakke gedeelte met de grote maaier. Rondom obstakels maaien we met de bosmaaier. Bijvoorbeeld rondom borden, paaltjes of keien. We maaien het gras rondom deze obstakels gemiddeld zes keer per jaar in het groeiseizoen.

De sportvelden in onze gemeente maaien we vaker. De grasmat houden we korter, zodat het veld goed bespeelbaar blijft. Ook treffen we hier andere maatregelen en bemesten we de velden regelmatig.

Heggen en hagen

Heggen en hagen knippen we twee tot drie keer per jaar. Het aantal keren hangt af van de soort heg en de snelheid waarmee de heg groeit. 

Versleten groen

Soms is het groen in de plantsoenvakken ‘versleten’. We vervangen dan het groen in de vakken. We doen dit in het plantseizoen. Dat loopt van half november tot en met half april. 

Beheer van onkruid

In heestervakken, rozenvakken en de vaste planten schoffelen en harken we het onkruid regelmatig weg in het groeiseizoen. Dat gebeurt tijdens de onderhoud rondes. Afhankelijk van het weer schoffelen we in het groeiseizoen vijf tot zes keer.  
 
Het onkruidbeheer op verhardingen en half verhardingen (zoals schelpenpaden) is uitbesteed aan een marktpartij. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met team Wegen, verkeer en vervoer via het centrale nummer 14 0594

Speelplaatsen

Spelen is van belang voor de sociale ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Het is belangrijk dat kinderen buiten spelen en bewegen. Voor het beheer en onderhoud van speelplaatsen en -toestellen gelden regels. Vier keer per jaar controleert een bedrijf de gemeentelijke speelplaatsen en speeltoestellen. Zo houden wij de speelplaatsen en de speeltoestellen veilig. De gemeente beheert ongeveer 1200 speeltoestellen verspreid over 220 speelplaatsen. 

Het beleid voor speelplaatsen en -toestellen kunt u bij team groen opvragen via het centrale nummer 14 0594

Natuurlijk groen

Bepaald groen beheren we minder vaak. Hiermee vergroot de afwisseling van planten en dieren (biodiversiteit). We geven bij dit groen meer ruimte aan natuurlijke processen.  
Natuurlijk beheer is goed voor vlinders, bijen en andere insecten. Ecologisch (natuurlijk) beheerde gebieden maaien we vaak gedeeltelijk. We doen dit één tot drie keer per jaar. Op sommige locaties maaien we kronkelende banen in de begroeiing. Zo krijgt de begroeiing meer variatie. Dit heet ook wel sinusmaaien. Soms maaien we bepaalde stukken wel en andere niet. Die stukken maaien we dan de volgende ronde. Dat noemen we gefaseerd maaibeheer. Dit doen we in hooiland en ruigtekruidenvegetaties  
 
In sommige parken en bossen zorgen runderen voor het natuurlijk beheer van groen. 
 
Ook in bossen en bosplantsoen doen we aan natuurlijk beheer. Onder meer door de hoeveelheid dood hout (zowel staand als liggend) te vergroten. Dat gebeurt alleen als dat veilig kan. 
 
Ook in sommige wegbermen geven we ruimte aan natuurlijk beheer. Zo krijgen we een grotere biodiversiteit.

Bomen

Voldoende bomen en dan vooral grotere, oudere bomen met een behoorlijk kroonvolume zijn van belang. Bomen zijn belangrijk voor het: 

  • opnemen van koolstofdioxide;  
  • leveren van zuurstof;  
  • voorkomen van hittestress;  
  • zorgen voor schaduw;  
  • bevorderen van de biodiversiteit;  
  • verdampen en infiltreren van water. 

Daarnaast zorgen bomen voor de aankleding van de openbare ruimte. Bomen zijn hiermee van belang voor de leefbaarheid. We gaan voorzichtig om met onze bomen. In ieder nieuw project proberen we voldoende bomen aan te planten. 
We hebben regels opgesteld voor het behoud (en kappen van) bomen. Deze vindt u in de Algemene Plaatselijk Verordening (APV)(externe link) gemeente Westerkwartier. 
 
De gemeente beheert ongeveer 78.200 bomen. Ieder jaar controleren we 30% van deze bomen op veiligheid en gezondheid. Gezonde bomen zonder gebreken controleren we eens in de vier jaar. Bomen met gebreken controleren we ieder jaar.  
 
Informatie over het nut van bomen vindt u op Bomen zijn belangrijk(externe link)

Boomziektes

In onze gemeente komt de essentaksterfte, kastanjebloedingsziekte, watermerkziekte bij de wilg en iepziekte voor. De eerste drie boomziektes kunnen we niet voorkomen. Iepziekte kunnen we wel voorkomen door aangetaste bomen zo snel mogelijk op te sporen en te verwijderen. De Stichting Groninger Bomenwacht voert dit voor ons uit. De Stichting haalt ook zieke particuliere iepen weg in opdracht van de gemeente. 

Een zieke iep kunt u melden bij info@groningerbomenwacht.nl

Blad ruimen

In de herfst verwijderen we blad van gazons en bestrating. We hebben hiervoor vaste rondes. 

Het is ook van belang dat blad op sommige locaties in de plantsoenen blijft liggen. De gemeente verwijdert het blad niet uit bos(plantsoen) en heestervakken. Blad is een belangrijke bodemverbeteraar. Daarnaast vormen dode bladeren een leefgebied voor veel dieren. Bepaalde zoogdieren zoals egels vinden er beschutting. Vogels vinden er voedsel en veel insecten leven van het strooisel en schuilen in het dode blad. Blad is hierdoor belangrijk voor de biodiversiteit.

In woonwijken waar veel gemeentelijke bomen staan, plaatsen we half oktober bladkooien. Voor de kerstdagen halen we deze weer op. Op de pagina bladkooien staat waar de kooien staan. De kooien zijn alleen voor blad en geen ander afval.

Het schone blad zamelen we in en hergebruiken we. We maken er via een bepaald proces bladcompost van. Deze gebruiken we weer als bodemverbeteraar in onze plantsoenen. Dat zorgt voor meer bodemleven, extra sporenelementen en een betere structuur van de bodem. De plantsoenen waar we dit hebben gebruikt, zien er beter uit en hebben meer weerstand tegen droogte. Daarnaast houdt deze compost de groei van onkruid tegen.

Invasieve exotische landplanten

De plekken waar invasieve exotische landplanten in het openbaar groen staan, brengen we in kaart. Dit zijn planten die van nature niet in Nederland voorkomen en andere inheemse (gewenste) soorten verdringen. 

De buitendienst voert drie keer per jaar actief beheer uit. Meestal maaien we de planten of steken we ze uit. De plantenresten voeren we af naar een gecertificeerde afvalverwerker (Vagroen Gaarkeuken). De hoge temperaturen bij het proces van composteren maken de plantenresten en plantenzaden onschadelijk. Geregeld maaien zorgt ervoor dat de plant verzwakt, niet uitzaait en dus niet uitbreidt. Het volledig uitroeien van genoemde planten is niet meer mogelijk.

In de praktijk gaat het in onze gemeente vaak om Reuzenberenklauw, Reuzenbalsemien en Japanse duizendknoop.

Afbeelding van Reuzenberenklauw
Afbeelding van Reuzenbalsemien
Afbeelding van Reuzenbalsemien

Japanse Duizendknoop

Deze plant laat zich heel moeilijk bestrijden door de diepe worteling en de agressieve groei. De Japanse duizendknoop verspreidt zich vooral door planten- en wortelresten in grond en groenafval.

Afbeelding van Japanse duizendknoop
Afbeelding van Japanse duizendknoop

Ambrosia

De Ambrosia is schadelijk voor de volksgezondheid. We proberen te voorkomen dat deze soorten zich verder uitbreiden en schade en overlast veroorzaken. Ambrosia veroorzaakt van eind augustus tot oktober flinke hooikoortsklachten. 

Afbeelding van Ambrosia
Afbeelding van Ambrosia

Kijk voor meer informatie over Ambrosia op de pagina van de NVWA:

Invasieve exotische landplanten op particuliere grond

Hiervoor bent u zelf verantwoordelijk. U kunt dezelfde manier van beheer toepassen als de gemeente. Let op bij de Reuzenberenklauw. Het sap van deze plant kan ernstige brandblaren geven. 
 
Het Rijk heeft de provincies aangewezen om beleid te maken m.b.t. beheer van invasieve exoten.

Hoeveel groen beheren we in de gemeente?

GroenAantal/km/ha
Begraafplaatsen27
Sportvelden 82
Speeltoestellen1.202
Speelplaatsen220
Bomen78.225  
Haag/ heg in kilometer66 km
Gazon200 ha
Heesters/ vaste planten in ha32 ha
Wegbermen, binnen en buiten de kom440 ha
Bos/ bosplantsoen 150,6 ha
Ruigte/ hooiland/ bloemenweide128 ha

Particulier groen

Burenrecht

De gemeente bemoeit zich in principe niet met onenigheid tussen inwoners onderling over groen. Vaak gaat het over overhangend groen, heggen en hagen op de erfgrens en overlast van een boom. We raden u daarbij aan vooral in gesprek te blijven met uw buren. En de zaak in goed onderling overleg op te lossen. Meer informatie over overlast van groen van buren vindt u in het Burgerlijk Wetboek, boek 5, titel 4(externe link)

Kleinere afstand tot de erfgrens

We gaan uit van een kleinere afstand tot de erfgrens voor bomen, heesters en heggen dan het Burgerlijk Wetboek. De afstand zoals in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek(externe link) staat, heeft de gemeente bepaald op 0,5 meter voor bomen. En op 0,0 meter voor heesters en heggen. De APV van onze gemeente biedt hiervoor ruimte. Dit heeft een positieve invloed op het groen in de woonwijk.

Omgevingsvergunning

Voor het kappen van bomen op uw erf of in uw tuin is het aanvragen van een Omgevingsvergunning nodig. Voor het kappen van een boom met een omtrek van meer dan 110 centimeter heeft u in de meeste gevallen een omgevingsvergunning nodig. Kijk voor meer informatie over het kappen van bomen op de pagina bomen kappen.

Overhangend groen in de openbare ruimte

Inwoners zijn verantwoordelijk voor bomen en struiken op hun eigen terrein. Voorkom overlast en gevaar door overhangend groen bij de openbare weg. Fietsers, voetgangers en rolstoelgebruikers moeten veilig en gemakkelijk gebruik kunnen maken van het voet- of fietspad. Openbare verlichting, verkeersborden en straatnaamborden moeten ook goed te zien zijn. Er is voldoende uitzicht nodig. In geval van overlast, hinder of gevaar door overhangend groen, spreken we de bewoner(s) hierop aan. Als de overlast en gevaarlijke situatie blijven, nemen we andere maatregelen.